TLM Jubileumreis 2011
Na mijn rijbewijs gehaald te hebben op latere leeftijd (jawel de midlifecrisis!) kocht ik een Yamaha XJ600. Maar als Nederlander met Italiaanse roots moest ik toch uiteindelijk wel iets berijden wat meer karakter had......! Na aanschaf van een Moto Guzzi V35 (cilinderinhoud 430 CC), sloeg het Guzzivirusecht bij mij over. Het virus ging via de trillingen die ontstaan bij een 2 cilinder V-blok via de ruggengraat naar de hersenen. Het gevolg hiervan was de aanschaf van een V35 Imola, je moet namelijk wel groeien. Deze werd voorzien van het 430 CC blok van de vorige motor en werd opgeknapt en er werd een rvs "laCarlocompetizione" uitlaatsysteem gemonteerd (gemaakt van RVS trapleuningen). Jawel dit is dezelfde motor waarvan in het verleden ook een artikel heeft gestaan in de Moto Guzzi koerier,waarmee een nieuwe eigenaar een reis naar o.a. Boedapest heeft gemaakt. Na de V35 Imola werd een Le Mans III aangeschaft en volledig opgeknapt. Blijven groeien! Ondertussen had ik een collega ook zo gek gekregen om een Guzzi V50 als pekelfiets te kopen.Daarna werden er plannen gesmeed om eens een reis te maken naar Mandello del Lario als ultieme trip.
Er werd een bagagerek voor de Le Mans III aangeschaft om klaar te zijn voor de grote reis, maar ondertussen was bij de collega waarschijnlijk ook een van de trillingen van het virus binnengekomen in zijn hersenen. Hij wilde mijn Le Mans III kopen. Hierdoor kwam hij in het bezit van een opgeknapte Le Mans III en ik was in staat om mijn "droom motor" te kopen. De Moto GuzziDaytona eerste serie! Je raadt het waarschijnlijk wel, ondertussen dacht de collega laat ik een 1100 Sport kopen als ultieme Guzzi en werd de Le Mans III door hem verkocht. Ondertussen ontstond er een vriendenkring in de Zaanstreek en omstreken, waar 5 Moto Guzziberijders van 3 Daytona's, een California Stone en een 1100 Sport besloten om de grote reis te maken. Na inschrijving bij TLM van 1,5 jaar daarvoor ging het dan toch echt gebeuren.
We besloten om 1 dag eerder te vertrekken, omdat 850 KM op 1 dag veel te veel was voor ons als broekies op dit soort reizen. We vertrokken rond 10 uur in de ochtend om via Venlo de grens over te rijden. Rond Keulen waren de snelwegen aardig open gebroken en we zijn dan ook 2x via de Tom Tom rond Keulen gereden om vooral niets te missen. Uiteindelijk kwamen we aan bij Hotel PaffhausenundNanu in Wirges. Dit is een bikers hotel met in de lobby een prachtig Ducati waar natuurlijk om de beurt op werd gezeten en foto's werden gemaakt. Na de vanzelfsprekende schnitzels gegeten te hebben gingen wij naar de dichtstbijzijnde lokale cafe om wat Weizenbier te nuttigen. Vervolgens werd er een potje gemaakt van 250 euro en gingen wij zogenaamd hierom dobbelen in het cafe. Enkele Duitse toeschouwers raakten in de stress toen na 1 potje dobbelen, de 250 euro bij onze penningmeester in zijn zakken verdween en na wat toejuichingen we vrolijk weer een biertje bestelde!
De volgende dag vertrokken we rond 9 uur richting National Park Nassau. Schitterende vergezichten, de mooiste bochten en prachtig weer! De rit was slechts 450 KM, maar wij kwamen er al snel achter, dat dit langer is op de motor als met een auto. In de middag werd er gegeten samen met wat andere Guzzisten bij een restaurant volledig geleid door bejaarden. Is dit het voorland voor de oudere Nederlandse werknemer? De maaltijd bestond uit een salade gemaakt van reepjes worst (vleeswormen) in een onduidelijke dressing en het drinken bestond uit ijsthee gemaakt van echte thee met een ijsklont erin (toch echt anders als Lipton)! Kortom een aanrader en na snel betaald te hebben , gauw wegwezen dus. Opeens kwamen wij bij een prachtige weg die zich omhoog krulde tegen een berg. Op zich is dat niet zo speciaal, maar als je vervolgens buitenom wordt ingehaald met minimaal 2 X de eigen snelheid en dat door meerdere personen in lederen racepakken en motoren die de 200 pk aardig benaderen dan wordt je toch wel aardig nederig. Halverwege op een soort van plateau stonden meer van die lokale racehelden met een stopwatch hun maatjes te klokken in hoe snel ze van beneden naar boven gingen en weer naar beneden. Aan het eind van de middag kwamen wij op een plein aan waar een Le Mans I rijder vermoeid zat te turen op zijn routerol. Hij bleek op die dag helemaal uit Deventer gereden te zijn en zat er aardig doorheen. Na uitwisseling van wat kauwgom en ondersteunende woorden vroegen we Jan (jaja zo heet ie, en hij heeft een blauwe Le Mans 1!) of hij niet mee wilde rijden met ons naar het hotel waar hij zelf ook heen moest. Uiteindelijk is in het donker een Tom Tom beter afleesbaar als een routerol,nietwaar? Kortom Jan is uiteindelijk als mede reisgenoot de gehele verdere reis met ons opgetrokken en was er een vriendengroep ontstaan van 6 Guzzisten. Hieruit blijkt maar weer dat het rijden van een Guzzi een binding geeft die verder strekt als de motor zelf. Er ontstond nog even een spannend moment toen de voorste rijder een vrachtwagen ging inhalen en de rest er dus vol vertrouwen achteraan ging. Normaal gesproken geen probleem zolang je maar niet het probleem hebt dat van de tweede rijder de tank soms wel eens vacuüm zoog en dat je naast de vrachtwagen dus geen vermogen meer hebt! Er kwam dus een auto aan, aan de voorzijde en aan de achterzijde rijden 4 Guzzi's die zich afvragen waarom er in hemelsnaam geen gas wordt gegeven. Het ging uiteindelijk toch nog goed en konden wij wederom met een ervaring rijker en wat zweetplekken tussen de armen verder gaan met deze tocht. Uiteindelijk kwamen wij om 19.30 uur aan in het hotel in Hundersingen en jawel daar stonden de schnitzels alweer klaar voor ons! Gern GROSSE bier fürunsdabei,undam ende ein obstler bitte!
Op vrijdagochtend om 8.30 uur gingen we weer met de zes mannen op weg naar het uiteindelijke reisdoel in Italië en dus Mandello del Lario! Er was een mooie mist/nevel deze ochtend toen we op prachtige slingerwegen ons voortbewogen op onze Guzzi's. Je zag door flarden van nevel andereGuzzirijders laveren tussen bossen en landerijen. Misschien wordt ik nu wel te emotioneel (hoe ouder hoe gekker!), maar deze aanblik was van een sprookjesachtige schoonheid en zal ik niet snel meer vergeten (Maar ja, hoe ouder hoe meer je gaat vergeten!). De Alpen doemen op en dus is Oostenrijk bereikt. Het weer en de omgeving was wederom prachtig en nadat we een tijdje in Oostenrijk hadden gereden gingen we via Liechtenstein naar Zwitserland. Daar aangekomen reden we daar tussen twee bergruggen een prachtige route en gingen wij op weg naar de passen. Op de Julliërpas op ruim 2200 meter hoogte werd er een "Bockworst mitBrot" genuttigd en werd er genoten van een prachtig uitzicht op een soort van maanlandschap. Vervolgens weer verder gereden en voor ons doen behoorlijk schuin door de bochten! Wat wel op die hoogte opviel dat je nu er toch wel gas op moest houden, bij stationair, om de motor aan de praat te houden. Dus de ijle lucht zorgt voor ademnood voor de motoren (natuurkunde). Uiteindelijk doemt de grens van Italië op en is volgens de 1100 Sport rijder Larry het een wonder dat we de grens hebben bereikt van Italië op de Guzzi's. Hiermee rekening houdend blijkt maar weer dat voor sommige Guzzisten zo een motortoer goed is om het vertrouwen in het merk te verstevigen. We gingen de grens over en als welkom was het asfalt de aankomende 8 km geschraapt om er een nieuwe laag op te kunnen zetten. Kortom rustig en met losse steentjes rekening houdend verder gaan. Wat dan ook opvalt is dat zodra we de grens van Italië over zijn gegaan dat zowel het verkeersbeeld als het landschap veranderd in een gezellige bende die het zeer nette Zwitserland doet verbleken in levendigheid. Viva la Italia! We reden door donkere tunneltjes waar het geluid van de Lafranconicompetizione uitlaten en andere open uitlaten bulderden tegen de wanden (kippenvel dus). Als vervolgens onze 1100 sport rijder, die vooraan de groep rijdt, een schone Italiaanse dame ontwaard bij een zebrapad wordt uiteraard snel gestopt en met een vriendelijk handgebaar (Don Juan) word aangedrongen op een oversteek van dezelfde dame. Helaas hierbij was dat de 2e rijder op tijd stopt, maar de 3e rijder nog wat vogeltjes aan het bekijken was! Kortom jezelf onderuit remmen en jezelf wel zo ongelofelijk vlak over het asfalt voortbewegen dat je je kuip nog aerodynamischer wordt en je versnellingspook afbreekt. Dus de groep kon gaan sleutelen, want gelukkig had een vooruitziende geest een reserve pook mee. Uiteraard werd het alweer wat later, voordat we weer konden rijden, en de schemering deed alweer zijn intrede. In het donker door een stad en het volgende probleem deed zich voor bij de Le Mans I! De benzine was op en moest op zijn reserve gezet worden, alleen startte de motor niet meer. Ik bleef achter met Jan, de rest had niets door en reed verder de duisternis in. Uiteindelijk kreeg Jan toch de motor weer aan de praat en gingen we samen op zoek naar een tankstation. Ondertussen hadden de andere rijders ook door dat er twee man misten. Gelukkig na wat heen en weer gebel was de groep weer compleet en kon het laatste stukje naar het hotel worden gereden. Bij AlbergoMaggio werden wij hartelijk begroet door het personeel en werden wij wederom beloond met een daverend applaus van alle aanwezige Guzzisten (iedereen behalve wijzelf) in het restaurant, omdat we weer de laatste waren die binnen kwamen. Dan te bedenken dat men ons het "raceteam"noemen! Na prima eten (GEEN schnitzel!) en goede huiswijn werden enkele mooie grappa's genuttigd. Vervolgens in bad met bijpassende kledij en daarna slapen en dromen van Mandello del Lario.
Zaterdagochtend ,mooi weer, uiteraard eerst ontbijten en er stond zelfs zelfgebakken taart klaar voor ons. Maar de echte kers op de taart was het vooruitzicht om Mandello te beleven op deze dag. Snel de motoren starten en ja hoor 1 van de Daytona's accu leeg! Snel zadel eraf en met een accu en startkabels van het hotel de motor gestart. Eerst gingen we naar het station in Bellano om daar met de hele TLM groep samen op te rijden naar Mandello del Lario. Daar werd ons meegedeeld dat 1 van de rijders frontaal tegen een auto was geklapt en was afgevoerd naar het ziekenhuis. Uiteindelijk bleek het nog enigszins mee te vallen omdat de ongelukkige s'avonds alweer in het hotel terug was. Toen gingen we op weg naar Mandello del Larionadat we waren voorzien van allerlei snuisterijen zoals T-shirts, petten en stickers. Meer als 200 man in 1 lange sliert op de weg en door tunnels waar door het gebulder nog net geen lawines door ontstonden. In Mandello aangekomen was het een grote Italiaanse heksenketel van auto's en vooral motoren in een onvoorstelbare symphonie van geluid van uitlaten en toeters. Motoren werden werkelijk op elk enigszins vrij plekje neergezet tot tegen de woonhuizen aan. Er bleken deze dag maar liefst 20.000 motorrijders aanwezig te zijn! Jan gebruikte zijn fotocamera om alle Le Mans I op de foto te nemen en die op zijn Le Mans website te zetten. Wij waren vooral op zoek naar Daytona en 1100 sport en naar Califonia Stone uitvoeringen. Uiteraard het fabrieksbezoek gedaan met de lijnen voor de Griso's, 1200 sport, Norge, V7 en Stelvio. Ook nog een presentatie van de nieuwe modellen in een soort van theater waar onder andere ook een opengewerkt motorblok stond waarin een kunstof tandwiel zat voor de aandrijving van de oliepomp!!!!!! Mamma mia, als dat maar goed gaat. Aan het eind van een mooie dag gingen wij weer op weg naar het hotel, maar eerst tanken. Laat daar nou net een Magni van een nederlandse rijder niet meer willen starten, dus afstappen en even aanduwen. Ahum, het aanduwen werd onmiddellijk vergeten want er werd een Guzzi V8 replica racer gestart bij dat benzinestation. De vlammen schoten uit de dunne uitlaatpijpjes en gaf een geluid dat werkelijk ijzingwekkend mooi was. De Magnirijder had ondertussen de motor zelf maar aan de praat gekregen want hij vertrouwde niet meer op het taakgerichte vermogen van ons. Terug in het hotel uiteraard weer eten wijn en Greta Carboni (serveerster) als stralend middelpunt. Een BMW rijder op een Ballagioovergezwetst daarna weer allerlei grappa's en andere onduidelijke drankjes die weer zorgde voor een uitgelaten sfeer. We hebben nog even "gesproken"(lees; mee schreeuwen) met wat Italianen die voor AC Milan of Inter Milan (absoluut niet beiden!) waren, in de hotelbar van het andere hotel. Dus de integratie was weer compleet met "Goellit,, vaan Baasten é Rijkeaarde". Nadat deze Italianen in kennelijke staat vertrokken in hun driewielige Ape en met 2 wielen door de bocht de nacht indoken, besloten wij nog even te genieten van het mooie Maggioen zijn groen en gingen wij met een omweg weer terug naar het hotel waar wij in een zeer diepe slaap vielen en droomden van de dingen die op zo'n dag allemaal de revue passeren.
Zondag de tweede dag in Italië was drijfnat. Het regende op een verschrikkelijke manier. Om nu zo met dit weer op de motor naar Mandello te gaan, was voor ons geen optie. Dus werd er besloten om met de bus naar Lecco te gaan en daar vandaan met de trein naar Mandello del Lario. De bus haalden we en kwamen op het treinstation van Lecco. Daar aangekomen was het vol met wachtende mensen. Snel maar de treinkaartjes kopen. Achter het loket zat een overspannen heer die duidelijk niet in zijn sas was. Hij foeterde mensen uit en die beklaagde zich dan weer aan de omstanders zoals aan mij. Na wat geprevel met "scuzasonno Hollandesi non parlare Italiano" werd het duidelijk dat de frustraties niet aan mij konden worden overgebracht. De "heer" achter het loket wees mij, toen ik aan de beurt was, met een vuurrode kop en met stemverheffing met zijn vinger op een papiertje wat tegen het glas was geplakt! Uiteindelijk kwam ik er achter dat er een staking was van de treinen en het niet geheel duidelijk was wanneer de treinen weer gingen rijden! Dus dat werd met de taxi. We waren met zijn zessen dus moesten we in 2 taxi's. De eerste taxichauffeur dacht dat hij op het circuit van Monza was, want hij ging er met doorslaande wielen vandoor op een spekglad wegdek en werd snelheden van 150 km/uur gehaald. De chauffeur had namelijk de BMW namelijk nog maar een half jaar en was zeer trots op het vermogen en de opties zoals donkere bekleding in het dak! In Mandello aangekomen was het totaal anders als de vorige dag. Er waren veel minder motoren en eigenlijk was het feest kapotgeregend. Omdat het nu wat rustiger was gingen we naar het fabrieksmuseum en bekeken daar alle motoren en waren verbaasd hoe hard ze gingen op een 250 cc in de jaren 30. Onze vogeltjesman (zie zebrapad in Italië) besloot om een stoel te pakken in het museum, en naast een Centauro te gaan zitten met een norse uitdrukking. Zodra de bezoekers van het museum te dicht de Centauro naderden zei de vogeltjesman "NO NONO" en zwaaide daarbij afkeurend met zijn wijsvinger. Het gevolg was dat de Italianen snel bij de motor vandaan gingen en wij het in onze broek deden van het lachen. Na het fabrieksbezoek gingen we maar Mandello del Lario een beetje bekijken en kwamen we aan bij het Comomeer. Ondertussen regende het niet meer en kwam er een veerboot aan die voor onze neus aanlegde. Opeens borrelde een idee op; Zou deze veerboot soms ook nog naar Lecco gaan? En jawel, voor een paar eurocenten hadden we een prachtige reis op een veerboot die over het Comomeer ons vervoerden naar Lecco . In lecco aangekomen nog even een lekkere gelati gescoord en weer met de bus terug naar het hotel in Maggio. Wederom een goede maaltijd en goede Vino en wat gedestilleerd om de nacht zo aangenaam mogelijk door te komen.
We gingen de volgende ochtend nadat we hadden ontbeten, vertrekken om weer huiswaarts te gaan. Maar tijdens het ontbijt kwam het nieuws van 1 van de TLM begeleiders dat de passen waren ingesneeuwd en dat we dus via Zwitserland en de Gotthardtunnel terug moesten. Maar eerst werd onze serveerster Greta Carboni op een van onze Daytona's gezet en werd er een motorjas om de fréle schouders gedrapeerd. Nadat het haar werd losgegooid werden er foto's gemaakt als waren het de papparazi's! Na alle personeel van het hotel de hand te hebben geschud (behalve Greta want die werd op de Italiaanse manier bedankt (2 kusjes) zouden we gaan. Uiteraard start weer 1 van de Daytona's niet. Maar met de hotelaccu en dito startkabels konden we vertrekken. Bij de grens van Zwitserland werd een vignet gekocht voor maar liefst 40 euro en reden wij later door de befaamde tunnel van 17 km lang. De temperatuur ging uiteindelijk in de tunnel aardig omhoog om dan weer te schrikken als je er weer uitkomt. Bij een tankstop in Zurich start 1 van de Daytona niet, maar nu was het serieus een probleem. Na wat hulpvaardige Zwitsers, ahum dus niet, werd de hulpdienst van TLM gebeld. Vrij snel waren ze ter plaatse en werd de spanningsregelaar vervangen. Na wat dankwoorden te hebben uitgesproken konden wij onze weg weer vervolgen naar Duitsland. Maar men raad het alweer door alle perikelen was het "raceteam" wederom het laatste binnen om 20.30 uur. Na het klaterende applaus in ontvangst te hebben genomen gingen we eten en daarna kaarten. Om het kaartspel toch nog spannend te houden werd er speciale opdrachten uitgevoerd bij verlies. Ik ga daar verder niet op in!
De volgende ochtend opstaan, eten en alle motoren probleemloos gestart!!!! Maar ondertussen begon mijn koppelingsplaten te slippen en moest de kabel opnieuw worden afgesteld voor zover dat nog mogelijk was. Naarmate de motor warmer werd hield het slippen gelukkig op. Helaas had 1 van de TLM mannen computerproblemen met zijn Stelvio en moest in de bus terug naar Nijmegen. Via nationaal park Nassau en ook prachtige wegen en prachtig weer kwamen wij aan in Wirges voor onze extra tussenstop. Aankomst om 18.30 uur en in het licht!!! Nadat we de motoren hadden geparkeerd en in onze hotelkamers zaten zagen wij een rijder van een Japanse bamboetrekker zeker een kwartier lang onze motoren bekijken. Ze waren door de tocht zo en zo al erg vies, dus de hevig kwijlende tong was erg welkom om de motoren weer schoon te krijgen. In de avond een authentieke Duitse Gasthof opgezocht en daar uiteraard "ein Schnitzel und Bier genommen". Ondertussen hadden we de uitbater en zijn vrouw van bovengemmiddelde leeftijd, van de Gasthof geleerd hoe je het oudHollandse"tikem aan ouwe" moet doen. Het was tijd om naar bed te gaan om uitgerust de laatste etappe te kunnen doen.
Na een degelijk ontbijt werden de motoren gestart maar nu wilde de Daytona van mij niet aan! Net dat ik het wilde opgeven startte hij alsnog en konden we weg. We reden nu hoofdzakelijk snelwegen want we roken al het thuishonk. Eerst bij TLM langs om gedag te zeggen aan Jan op zijn Le Mans en aan de mannen van TLM bedanken voor de mooie reis. Daar uiteraard even blijven hangen en de V7 in opgevoerde versie(820 cc) bekeken en beluisterd maar vooral zitten kwijlen bij de MGS01 (de enige echte opvolger van de Daytona!). O, was ik maar een miljonair!!! Na nog wat stickers bij TLM naar Koog aan de Zaan, waar wij van elkaar afscheid namen.
Dat was het. O nee, in de avond telefoon van onze Stone rijder. Ik heb nog wat voor het stukje wat je gaat schrijven. Nadat je weg was startte de Stone niet meer ze hebben me moeten aanduwen om thuis te komen. Bleek uiteindelijk een afgebroken draadje te zijn van het contactslot.
Zo heeft dus iedereen wel zijn probleempjes gehad maar zijn we toch allemaal weer thuis met een geweldige ervaring die je volgens mij alleen maar kunt krijgen als niet alles voorspelbaar is. Voorspelbaarheid is saai. Het leven is onvoorspelbaar dus VIVA LA VITA, VIVA MOTO GUZZI!
Ciao de Daytonist